Bel mij terug

Zoek op trefwoord

Filter

Kies een categorie

Waarom CBAM

Klimaat & energie

In het kort

Energy Trading System en Carbon Border Adjustment Mechanism

Doel van het Energy Trading System (ETS) is om ondernemingen in de EU met de allergrootste CO2-uitstoot via heffingen te bewegen tot substantiële reducties van die uitstoot. Het doel van het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) is om, eveneens via heffingen, een gelijk speelveld te creëren tussen de EU-ondernemingen die onder het ETS vallen en niet EU-ondernemingen die specifieke basisproducten in de Europese Unie invoeren. Koninklijke Metaalunie onderschrijft op hoofdlijnen de doelstelling en systematiek van ETS en CBAM. Wel is een waarschuwing op zijn plaats voor buitensporige administratieve en financiële verplichtingen vanwege ETS en CBAM. Mede als gevolg daarvan is er ook een verlies aan concurrentievermogen door maakbedrijven in de EU.

Gedachte onderschreven, wel waarschuwingen op zijn plaats
Metaalunie onderschrijft de gedachte dat door het beprijzen van de uitstoot van koolstofdioxide (CO2) een lagere CO2-uitstoot wordt bereikt door EU-ondernemingen die hieraan de allergrootste bijdrage leveren. Door het beprijzen gaan deze ondernemingen investeren in technieken die tot minder CO2-uitstoot leiden en welke investeringen, onder aan de streep, kosten effectiever zijn dan het betalen van de prijs die op de uitstoot staat. Ook onderschrijft Metaalunie de gedachte achter het systeem waarbij heffingen worden opgelegd aan niet EU-ondernemingen die niet op ETS-niveau presteren, maar wel een afzetmarkt voor hun basisproducten willen hebben in de EU. Hierdoor wordt de oneerlijke concurrentie, die door deze ondernemingen ontstaat, met heffingen geneutraliseerd. Met betrekking tot ETS en CBAM zijn er wel een aantal waarschuwingen op zijn plaats:

  1. Risico voor administratieve lasten en disproportionele financiële verplichtingen
    Binnen de EU kunnen ETS-plichtige ondernemingen hun toegenomen kosten tot op zekere hoogte doorberekenen aan hun afnemers, waaronder de leden van Metaalunie. Resultaat: kostenstijgingen voor mkb-maakbedrijven die concurrentie verstorend kunnen uitpakken. Daarnaast kunnen mkb-maakbedrijven direct of indirect door CBAM geraakt worden als zij de bewuste basisproducten zelf invoeren in de EU of deze basisproducten, met een oorsprong van buiten de EU, lokaal aankopen. Metaalunie pleit ervoor om in ieder geval op nationaal, maar het liefste in EU-verband de vinger aan de pols te houden om buitensporige administratieve en financiële verplichtingen te voorkomen. Dit knelt temeer als de internationale concurrentieverhoudingen door deze verplichtingen in het gedrang komen.
     
  2. Verlies aan concurrentievermogen
    ETS en CBAM lijken al effecten te hebben op de concurrentieverhoudingen. Ondernemers in de mkb-maakindustrie zijn producenten van halffabricaten en eindproducten. In die hoedanigheid zijn zij belangrijke (downstream) gebruikers van (upstream) grondstoffen die onder de reikwijdte van CBAM vallen, zoals staal en aluminium. Deze ondernemers voorzien een stijging van de kosten van dit primaire upstream basismateriaal die kunnen resulteren in hogere prijzen voor hun bewerkte producten. Hierdoor kan CBAM leiden tot een verlies aan concurrentievermogen ten opzichte van marktdeelnemers van buiten de EU. Zij hebben namelijk toegang tot grondstoffen tegen concurrerende prijzen voor de productie van hun bewerkte producten. Daardoor genieten zij een voordeel zowel op de EU-markt als op de markten van derde landen waarnaar de mkb-maakindustrie van de EU exporteert. Hun bewerkte producten vallen niet onder de reikwijdte CBAM en deze ondernemers hebben buiten de EU ook geen last van aan hen doorberekende ETS-kosten. 


Betere effectbeoordeling CBAM op concurrentievermogen noodzakelijk
Een uitbreiding van het toepassingsgebied van CBAM tot downstreamproducten zou kunnen bijdragen aan het veiligstellen van het concurrentievermogen van de mkb-maakindustrie binnen de interne EU-markt ten opzichte van concurrenten uit derde landen. Metaalunie is echter van mening dat een dergelijke uitbreiding alleen een optie kan zijn als eerst een solide effectrapportage door de Europese Commissie wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met alle relevante belanghebbenden. Deze effectrapportage moet nadrukkelijk kijken naar het toekomstige concurrentievermogen van de uitvoer uit de EU naar markten van derde landen. Naast de effectbeoordeling zal het essentieel zijn om een gestandaardiseerde, doeltreffende en toekomstbestendige methode te ontwikkelen om de koolstofvoetafdruk van downstreamproducten te meten en onbedoelde negatieve effecten op het concurrentievermogen van de EU-industrie te voorkomen.